Vandersteen Willy - Suske en Wiske 117 - De toornige tjiftjaf - 7020 B
Vandersteen Willy - Suske en Wiske 117 - De toornige tjiftjaf - 7020 B
G
Paperback
Willy Vandersteen beschikte van jongsaf aan over een ruime mate aan fantasie. Op straat vertelde hij aan zijn vriendjes zelf verzonnen verhalen die hij vergezeld liet gaan van met stoepkrijt op de straat getekende afbeeldingen.Dat waren zijn eerste 'strips'. Op school kon hij zijn aandacht niet echt bij de les houden. Na zijn tijd op de lagere school, die hij volgde in het St.-Eligiusinstituut in Antwerpen, schreef hij zich op dertienjarige leeftijd in voor een avondcursus beeldhouwen in de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Overdag ging hij in de leer bij zijn vader, die als beeldhouwer en ornamenteur werkzaam was. In weer en wind moest Willy in die tijd op de steigers staan om daar zijn ambacht uit te oefenen. In de jaren dertig veranderde de bouwstijl. De architectuur werd soberder en de behoefte aan ornamenteurs nam snel af. Om wat geld te verdienen, nam Vandersteen in die periode veel verschillende baantjes aan. Op een goede dag werd hij etaleur bij het warenhuis Innovation. Tijdens het inrichten van een etalage kreeg hij op een goede dag een Amerikaans tijdschrift in handen dat hij doorbladerde om te zien of hij er ideeen voor de inrichting uit kon opdoen. Of de etalage mooi is geworden, vermeldt de geschiedenis niet maar wel bekend is dat het oog van Willy in dat tijdschrift viel op een artikel met de titel ""Comics in your life"". Door het lezen van dat artikel rijpte bij Vandersteen het plan om zelf ook striptekenaar te worden. In het personeelsblad van het warenhuis tekende hij een van zijn eerste strips. De tweede wereldoorlog heeft een grote invloed gehad op de carrière van Vandersteen. Omdat de Amerikaanse strips, die tot dan toe in de kranten stonden, in de oorlogsjaren niet konden worden gepubliceerd, werd in Europa gezocht naar talent van eigen bodem. Willy greep deze kans met beide handen aan. In die oorlogsjaren zette hij de eerste stappen op weg naar een onafhankelijk bestaan als striptekenaar. Strips als De lollige avonturen van Pudifar, Thor de holbewoner, Sinbad de Zeerover en De avonturen van Piwo het houten paard zagen het levenslicht. Aan het eind van de oorlog bedacht hij zijn beroemdste en meest succesvolle creatie: Suske en Wiske. De eerste aflevering van deze strip stond in De Nieuwe Standaard van 30 maart 1945. De titel luidde echter De avonturen van Rikki en Wiske. Omdat Vandersteen achteraf ook niet geheel gelukkig was met de figuur Rikki liet hij deze aan het begin van het volgende verhaal verdwijnen. In dat tweede verhaal verschijnt de huidige Suske op het toneel. De ontmoeting tussen hem en Wiske zou het begin blijken te zijn van een van de langst lopende en meest populaire strip-series van Europa. Een grote bijdrage aan het succes werd ook geleverd door de verschijning van Lambik. Vandersteen heeft later wel gezegd dat veel elementen van zijn eigen karakter terug te vinden zijn in de persoon van Lambik. De vaste kern van de serie werd compleet toen de ijzersterke Jerom in het verhaal De dolle musketiers zijn opwachting maakte als geheim wapen. Nadat hij, door toedoen van Wiske en vooral Schanulleke, een vriend van de striphelden geworden was, bleef hij als vaste speler in de serie optreden. Naast de verhalen van Suske en Wiske heeft Vandersteen in deze beginperiode nog vele andere verhalen in de meest uiteenlopende genres getekend. Een serie die in dit overzicht zeker niet mag ontbreken is De familie Snoek. De belevenissen van dit gezin waren gedurende vele jaren zeer populair en vormen een goed voorbeeld van de zeer eigen humor van Vandersteen. In 1951 ontstond een nieuwe succesvolle en langlopende reeks. Samen met Karel Verschuere ontwierp Vandersteen de strip Bessy. Al vroeg kreeg Vandersteen behoefte aan medewerkers die hem werk uit handen namen. Omdat hij steeds weer nieuwe series en verhalen bedacht moest hij soms aan vier of meer produkties tegelijk werken. Dit was zelfs voor een harde werker als Vandersteen teveel gevraagd. Over het algemeen liet hij series, die hij zelf had bedacht en waarvan hij de eerste verhalen geheel zelf verzorgde, na enige tijd voor een groot deel over aan medewerkers. Dit gaf hem de gelegenheid om zich weer met andere projekten bezig te houden. Reeds in 1959 zorgde deze gang van zaken voor de oprichting van Studio Vandersteen. Deze studio heeft vele talentrijke striptekenaars opgeleverd, waarvan de meesten overigens nooit een grote naamsbekendheid hebben gekregen omdat ze steeds onder de naam van de meester aan hun reeksen werkten. Van veel series tekende Vandersteen slechts de eerste verhalen en beperkte hij zich later tot het aanleveren van scenario's voordat hij ze geheel uit handen gaf. Zijn meest succesvolle creatie Suske en Wiske bleef hij echter door de jaren heen grotendeels zelf in handen houden. Weliswaar zorgden studiomedewerkers op een gegeven moment voor de uitwerking van de verhalen maar de scenario's en basisschetsen voor de tekeningen bleven van zijn hand komen. Dit veranderde pas in 1972. In dat jaar begon Vandersteen met de reeks Robert en Bertrand, een idee waar hij al lang mee rond liep. Omdat hij al zijn energie in dat nieuwe projekt wilde stoppen gaf hij de verantwoordelijkheid voor Suske en Wiske vanaf dat jaar over aan zijn naaste medewerker Paul Geerts. In 1985 startte Vandersteen met zijn laatste serie. Deze speelde zich af in de 16e eeuw, een tijdperk waar hij altijd zeer veel bewondering voor heeft gehad. De titel van deze reeks is De Geuzen. Het eerste verhaal De zeven jagers werd nog gevolgd door 9 andere delen voordat Vandersteen op 28 augustus 1990 kwam te overlijden. Op zijn eigen verzoek is deze serie na zijn dood niet door een studiomedewerker overgenomen.